Keuzemogelijkheden van een vertaler
Sommige mensen denken dat romans tegenwoordig door een computer vertaald worden. En hoewel een boekvertaler uiteraard gebruik maakt van digitale hulpmiddelen is het nog steeds een ambacht waar veel inzicht en creativiteit aan te pas komen.
Het interessante van vertalen is, dat er niet één goede vertaling bestaat. Er zijn ontzettend veel mogelijkheden en er bestaan soms erg veel synoniemen van bepaalde woorden. Hoe maakt een vertaler dan een goede keuze?
Een geschoolde vertaler kijkt naar het doel van de tekst: met welk doel is het door wie geschreven en wat is het doel van de vertaling? Welke doelgroep gaat het lezen? Wat is de stijl van het boek en wanneer speelt het zich af?
Als voorbeeld heb ik een passage vertaald uit de beroemde roman ‘Liefde in tijden van cholera’ van Gabriel García Márquez:
No volvieron a intentar el amor hasta mucho después, cuando la inspiración les llegó sin que la buscaran. Les bastaba con la dicha simple de estar juntos.
Het duurde een tijd voor ze zich opnieuw aan het liefdesspel waagden, met een bezieling die moeiteloos bezit van hen nam. Het simpele geluk van bij elkaar zijn was genoeg.
In de oorspronkelijke vertaling heeft de vertaler ervoor gekozen om ‘la inspiración’ letterlijk te vertalen met ‘inspiratie’. Ikzelf vond het synoniem ‘bezieling’ mooier in deze context.
Kortom, een leuk voorbeeld van de mogelijkheden die een vertaler heeft, al naar gelang het doel en de context.
Het raadsel van de Spaanse eetgewoonten
Een Spaanse kennis van mij ging een keer mee op een busreis door Nederland. Na drie dagen sloeg ze met haar vuist op tafel en riep, uitgehongerd en wanhopig: ‘Ik wil nu wel eens echt ETEN!!!’ In haar beleving kreeg ze de hele dag door belegde broodjes geserveerd, en het zou goed kunnen dat ze onze avondmaaltijd als tussendoortje beschouwde.
Er is al veel geschreven over de voor ons vreemde tijdstippen waarop Spanjaarden eten (en ook wat ze eten), dus daar vlieg ik even snel doorheen: als ontbijt (el desayuno) koffie met melk en wat kaakjes. Daardoor krijgen ze om een uur of 11.00 gierende honger, dus nemen ze ‘el almuerzo’, vaak een belegd stokbroodje. Om een uur of 15.00 volgt dan ‘la comida’, een uitgebreide warme maaltijd. Aangezien ze pas om een uurtje of 21.00 het avondeten nuttigen (la cena) wordt er rond een uur of 18.00 een tussendoortje genomen: ‘la merienda’.
Het raadselachtige aan deze manier van eten bestaat voor mij uit twee zaken, nl.: waarom worden ze niet dik? Natuurlijk is overgewicht, net als in veel andere landen, een probleem. Maar als ik daar op straat om me heen kijk en ook naar de mensen die ik daar ken, valt het heel erg mee. Sterker nog, ze zijn vaak behoorlijk fijngebouwd.
Ten tweede bestaan er ongeschreven wetten over wat je wanneer hoort te eten. Misschien verschilt het per gezin of regio; in ieder geval heb ik aardig wat verbaasde reacties gekregen als ik mee wilde draaien in een Spaans huishouden. Ik heb lange tijd bij mijn toenmalige schoonouders Vicente en Amparo ingewoond en wilde graag mijn steentje bijdragen in de keuken. Dan ging het van: ‘Pasta carbonara, als avondeten???’ En als ik het als middageten maakte was er ook weer iets waardoor het net niet helemaal geschikt was.
Tegenwoordig laat ik het maar gewoon over me heen komen of ga lekker met vrienden uit eten. En ik zorg dat ik rond 18.00 minstens iets van een banaan bij me heb, want dan rammel ík van de honger.
Tijd is relatief – ook in taal
Ik zei een keer per ongeluk om 19.00 'goedenavond' tegen een Spaanse buschauffeur. Hij keek me bozig aan en zei: "Het is míddag, señora!" Natuurlijk had hij gelijk; in Spanje spreek je pas over 'avond' na ca. 21.00.
Als vertaler moet je je bewust zijn van de verschillen in tijdsaanduiding die er tussen landen bestaan. Niet alleen als dit in een tekst voorkomt die vertaald moet worden, maar ook praktisch gezien, in de zeer internationale wereld van opdrachtgevers. Zo hoorde ik pas van een collega-vertaler die de deadline van een opdracht had gemist: 12:00 AM was geïnterpreteerd als 12.00 de volgende dag in plaats van 0.00 uur diezelfde dag...
Overigens hoeven we niet ver te zoeken als het gaat om misverstanden inzake tijd en dagindeling. Ik weet nog hoe een Belgische collega me om 11.00 overviel bij de (Nederlandse) vestiging waar ik indertijd werkte. Ik zou hem en de belangrijke klant die hij meenam in de voormiddag opvangen en zorgen dat de koffie klaarstond. Blijkt dus dat in Vlaanderen de 'voormiddag' het tweede deel van de ochtend is, ongeveer van 9.00 tot 12.00. Terwijl het in mijn beleving dus begin van de middag zou zijn.
Tijdsaanduiding en dagindeling zijn dus nogal cultureel bepaald en is een van de vele zaken waar je als vertaler, maar sowieso in dit leven, op bedacht moet zijn. Althans, als je Spaanse buschauffeurs te vriend wil houden, je deadline wil halen of als je op tijd klaar wil zitten met een bakje koffie!
“Goed” gedrag, dat hangt ervan af…
Er zijn talloze blogs geschreven over cultuurverschillen tussen landen. Verschillen in eetgewoonten, in het vieren van verjaardagen, een andere tijdbeleving hebben, enzovoort. Zaken waaraan iemand zich in een ander land moet aanpassen, of zich in ieder geval over kan verbazen. Wat we ons vaak niet realiseren is, dat er een cultuurverschil bestaat in waardering van karaktereigenschappen en gedrag.
Uitingen van beleefdheid en bescheidenheid, in veel culturen als goede eigenschappen gezien, komen in Nederland al snel over als overdreven nederigheid. Omgekeerd zijn assertiviteit en zelf initiatief nemen in onze maatschappij gewenste en vaak noodzakelijke eigenschappen. Het is in onze cultuur volslagen normaal om te laten merken dat je het ergens niet mee eens bent en voor jezelf op te komen. In een werkomgeving kun je ideeën aandragen en suggesties doen voor verbeteringen. Sterker nog, het wordt gestimuleerd als een werknemer zich profileert.
Als Nederlanders zijn we ook meer geneigd buiten de lijntjes te kleuren, iets zonder overleg doen om een situatie op te lossen, ook op het werk. In meer zuidelijke landen mag je bij wijze van spreken nog geen plant een ander plekje geven zonder toestemming van je leidinggevende. Vaak is de achterliggende angst hierbij om een fout te maken, ter verantwoording te worden geroepen en gezichtsverlies te lijden. Dan is het veiliger je strikt aan de regels te houden. Dit leidt dan weer tot de beruchte bureaucratie in zuidelijke landen; bijna niemand durft te improviseren.
Dat dit soms absurde vormen kan aannemen is te lezen in een vermakelijk artikel van Wytze Russchen in NL Magazine. Hij probeert in Spanje een ijsje te kopen in een ijszaak waar hij de enige klant is, maar wordt door de verkoopmedewerkster gedwongen een nummertje te trekken. Dit leidt tot een staaltje psychologische oorlogvoering waarbij Wytze witheet en zonder ijsje het pand verlaat.
Moraal van het verhaal: besef dat onze nationale assertiviteit in het buitenland meestal niet op waarde wordt geschat, en beweeg mee met de lokale obsessie om de regels te volgen. Je wint het echt niet van de ijsverkoopster! (Het volledige artikel over de ijsjesoorlog is te lezen via https://www.nlmagazine.nl/maatschappij/politiek/3235-ice-ice-baby)
Kan een vertaalfout leiden tot het droppen van een atoombom?
“There are tales of myths being born, societies being forged and cities destroyed with just a slip of the pen, such as the supposed translation error that allegedly led to the US deciding to drop the atomic bomb on Hiroshima, or the speculation about life on Mars after the mistranslation of an Italian astronomer.”
Met dit citaat opende ik de inleiding van mijn afstudeerscriptie die ging over verantwoordelijkheid en ethiek in het vertaalberoep. De woorden ‘supposed’ en ‘allegedly’ zeggen het al: er zou mogelijk een fout zijn gemaakt door de vertaler. Of dit daadwerkelijk het geval was en of dat uitsluitend aan de vertaler lag, komen we niet te weten.
Om aan te geven hoe gecompliceerd de achtergrond van een vertaalfout kan zijn: in het zeer aansprekende voorbeeld van de atoombom op Hiroshima in 1945 ging het om een Japans woord dat twee betekenissen kan hebben, afhankelijk van de context. De Japanse premier had gereageerd op een voorstel van de geallieerden met het woord ‘Mokusatsu’. Hiermee wilde hij aangeven dat hij het voorstel had gelezen en erover moest nadenken. In een andere context kan ‘Mokusatsu’ echter ook ‘ik lap het aan mijn laars’ betekenen. In de vertaling die president Harry Truman onder ogen kreeg, werd deze tweede context gebruikt. Tien dagen later werd Hiroshima gebombardeerd.
Minder spectaculair maar wel dichter bij huis is de rel rond de Nederlandse vertaling van het boek Endgame over het Britse koningshuis. In de Nederlandse versie worden de namen genoemd van leden van het Britse koningshuis die opmerkingen zouden hebben gemaakt over de huidskleur van Archie, de toen nog ongeboren zoon van prins Harry en zijn vrouw Meghan Markle. Volgens auteur Omid Scobie heeft hij die namen nooit opgeschreven en is er een vertaalfout gemaakt.
Het is interessant om te constateren dat een vertaler blijkbaar wordt gezien als iemand die volslagen solitair opereert en op eigen houtje beslissingen neemt. In de praktijk zijn vertalers in hoge mate afhankelijk van context, aanvullende informatie en overleg. Ook worden vertaalde teksten gereviseerd, dus er zijn altijd meerdere ‘ogen’ bij betrokken. De kans bestaat dat bij bovenstaande voorbeelden niet de vertaler, maar iemand anders een vergissing heeft begaan, of dat ervoor is gekozen om een zondebok aan te wijzen na de schadelijke gevolgen van een bepaalde actie of beslissing.
Om terug te komen op de titel boven deze blog: het is erg onwaarschijnlijk. Vertalers weten zelf heel goed wanneer ze over een woord of uitdrukking moeten overleggen. Ze zijn doordrongen van het belang van de juiste context; in elke taal kunnen woorden meerdere betekenissen hebben. En in het geval van de vertaling van Endgame: dit had bijna zeker te maken met het rondgaan van verschillende versies van het manuscript. Om tijd te winnen wordt alvast begonnen met vertalen, tot de schrijver een nieuwe versie inlevert. Bovendien zal een vertaler nooit feitelijke informatie toevoegen, zoals een naam die er oorspronkelijk niet stond. Waarschijnlijk heeft de schrijver, Omid Scobie, na de ophef ‘Mokusatsu’ in zichzelf gepreveld. De ophef lap ik aan mijn laars, want een betere reclame bestaat er niet voor mijn boek!
Dus je bent vertaler? Dan… (vul de aannames in) 😉
Ik ben vertaler Spaans en ik krijg zo vaak dezelfde vragen over het beroep van vertaler, dat het me leuk lijkt om er een blog aan te wijden. Uit de vragen blijkt namelijk dat er behoorlijk hardnekkige ideeën bestaan over vertalen. Hier volgt deel 1, waarin ik de eerste drie misverstanden probeer te tackelen:
- Vertalen is toch gewoon woorden omzetten van de ene taal naar de andere?
Antwoord: Heel af en toe, maar meestal niet. De volgorde van zinsdelen verschilt erg per taal en niet alle woorden kunnen letterlijk vertaald worden. Denk ook aan uitdrukkingen: in het Spaans gebruiken ze ‘mano de santo’ (letterlijk: hand van een heilige) om aan te geven dat iets goed helpt tegen een kwaaltje. Hier moet je in het Nederlands dus iets anders voor bedenken (bijvoorbeeld ‘wondermiddeltje’), want letterlijk vertalen is geen optie…
- Dan vertaal je zeker vanuit het Nederlands naar het Spaans?
Antwoord: Eigenlijk niet. Bij vertalen gaan we uit van het ‘moedertaalprincipe’, wat inhoudt dat je het best vertaalt vanuit de vreemde naar je eigen taal. Natuurlijk is omgekeerd ook mogelijk en als vertaler moet je dat zeker ook kunnen, maar dan laat je de vertaling idealiter reviseren door een collega die juist de ‘vreemde’ taal als moedertaal heeft.
- Dan ben je zeker ook tolk?
Antwoord: Als vertaler ben je niet automatisch tolk, het zijn echt verschillende beroepen waar je heel specifieke vaardigheden voor nodig hebt. Het kan samengaan, maar lang niet altijd.
In deel 2 behandel ik de andere drie vragen, tot dan!