Dus je bent vertaler? Dan… (vul de aannames in) 😉

Ik ben vertaler Spaans en ik krijg zo vaak dezelfde vragen over het beroep van vertaler, dat het me leuk lijkt om er een blog aan te wijden. Uit de vragen blijkt namelijk dat er behoorlijk hardnekkige ideeën bestaan over vertalen. Hier volgt deel 1, waarin ik de eerste drie misverstanden probeer te tackelen:

  • Vertalen is toch gewoon woorden omzetten van de ene taal naar de andere?

Antwoord: Heel af en toe, maar meestal niet. De volgorde van zinsdelen verschilt erg per taal en niet alle woorden kunnen letterlijk vertaald worden. Denk ook aan uitdrukkingen: in het Spaans gebruiken ze ‘mano de santo’ (letterlijk: hand van een heilige) om aan te geven dat iets goed helpt tegen een kwaaltje. Hier moet je in het Nederlands dus iets anders voor bedenken (bijvoorbeeld ‘wondermiddeltje’), want letterlijk vertalen is geen optie…

  • Dan vertaal je zeker vanuit het Nederlands naar het Spaans?

Antwoord: Eigenlijk niet. Bij vertalen gaan we uit van het ‘moedertaalprincipe’, wat inhoudt dat je het best vertaalt vanuit de vreemde naar je eigen taal. Natuurlijk is omgekeerd ook mogelijk en als vertaler moet je dat zeker ook kunnen, maar dan laat je de vertaling idealiter reviseren door een collega die juist de ‘vreemde’ taal als moedertaal heeft.

  • Dan ben je zeker ook tolk?

Antwoord: Als vertaler ben je niet automatisch tolk, het zijn echt verschillende beroepen waar je heel specifieke vaardigheden voor nodig hebt. Het kan samengaan, maar lang niet altijd.

In deel 2 behandel ik de andere drie vragen, tot dan!